De distributiestamkaart

Distributiestamkaart

Op de Stamkaart kon iedere maand een distributiekaart worden opgehaald bij het distributiekantoor. Deze kaart kwam in het najaar van 1939 in gebruik, maar raakte al spoedig vol, daarom werd de stamkaart voorzien van inlegvellen.

 

De tweede distributiestamkaart

Tweede distributiestamkaart

In het begin van 1944 kwam door vervalsingen en diefstallen uit distributiekantoren zoveel valse persoonsbewijzen, distributiekaarten en andere papieren in omloop dat de registratie van de Duitsers vrijwel waardeloos was geworden. Dat beseften ook de Duitsers, reden dat er een nieuwe distributiestamkaart werd ingevoerd, paniek bij het verzet. De nieuwe stamkaart zou alleen geldig zijn in het eigen district, dus de woonplaats die officieel op het persoonsbewijs stond aangegeven. De stamkaart moest door ieder persoonlijk in zijn woonplaats worden opgehaald. Op het persoonsbewijs werd dan een zegel geplakt, waarvan het nummer correspondeerde met dat op de nieuwe stamkaart, elke gemeenten had een eigen nummer. Bij de uitreiking hielden Duitsers en NSB’ers toezicht. Lange registers van gezochte personen waren er aanwezig. Wie toch ging liep in de val.

 

Het paniek van het verzet duurde niet lang, al op 25 januari 1944 werd de kluis van het gemeentehuis in Tilburg gekraakt. De buit 6000 zegeltjes met het woord Tilburg en 99.000 blanco stam kaarten. De laatste konden, na afstempeling, dienen voor iedere willekeurige gemeente. Op 17 mei 1944 leverde de overval bij drukkerij Hoitsema in Groningen nog een 133.450 zegeltjes op. Toen de uitreiking van de tweede distributiestamkaart in juni 1944 was afgerond waren er al voldoende zegeltjes ‘gestolen’.

 

Distributiedienst

Terug naar:

 

Verder naar: