De Duitse autoriteiten in Zeeland
Op landelijk niveau had Seyss-Inquart de Generalkommissare onder zich, op provinciaal niveau waren dit de Beauftragten. Daarnaast hadden de steden Amsterdam en Rotterdam een eigen Beauftragte. De taak van deze functionarissen was toezicht houden op het openbaar bestuur en het economisch leven. Daarnaast hielden zij zich bezig met het nazificeren van de bestuursleden van de gemeentenen. Provinciale en gemeentebesturen moesten hun belangrijkste beslissingen aan de Beauftragte meedelen
Beauftragte für Zeeland
Beauftragte van de provincie Zeeland was tot 26 juli 1940 dr. Franz Linde, lid van de NSDAP sinds 1932. Zijn opvolger was Willi K.E. Münzer. Hij bleef op zijn post tot 1 december 1944. Münzer was een zogenaamde alter Kämpfer (hij was al rond 1925 lid geworden van de NSDAP) en een fanatiek nationaal-socialist. In Osnabrück was hij Kreisleiter van de NSDAP geweest.
Het bureau van de Beauftragte was gevestigd in de panden aan de Dam 6 en 8 te Middelburg. Naast de Beauftragte waren op dit bureau hooguit tien andere Duitse en Nederlandse personen werkzaam. Daarnaast had de Ordnungspolizei een gedeelte van de panden in gebruik.
De (waarnemend) Commissaris van de provincie Zeeland was mr. P. Dieleman. Hij was in 1940 op grond van zijn pro-Duitse houding door de bezetter benoemd.
De organisatie die onder de Beauftragte stond bestond uit drie Referate (een ministerie):
- Het Referat für Soziale Fragen
- Het Referat für Volksaufklärung und Propaganda
- Het Referat für Volkspflege
Polizeioffizier van de Beauftragten was opperluitenant W. Staub. Hij had twaalf man onder zich. De Polizeioffizier had in Zeeland de taak voor het afgeven van vergunningen om het Zeeuws spergebied te betreden.
In maart 1943 werd Hans F. Mittelstenscheid als arbeidscoördinator aan de staf van Münzer toegevoegd. Daarnaast bleef hij zijn functie als bureau mederwerker bij het Gewestelijk Arbeidsbureau te Middelburg uitoefenen. Hij was o.a. verantwoordelijk voor de arbeidsinzet van Zeeuwse mannen in fabrieken in Duitsland.
Huis der Boere
Willi Münzer en zijn staf woonden tot aan de inundatie in 1944 op Landgoed ’Der Boede’, de Buitenplaats in Koudekerke die in 1940 door de Duitsers werd gevorderd. Tijdens de inundatie van Walcheren liep het hoger gelegen huis weinig schade op. (Het huis lag op 4 meter boven N.A.P.). Tijdens deze periode is het originele interieur grotendeels beschadigd en door verschillende verbouwingen verdwenen. Zo werden er wastafels, waterleidingen, afvoeren en een centrale verwarming aangelegd.
Op 20 april 1942 breekt er brand uit, door een te heet gestookte C.V. wat blijkt uit een rapport
“Op 20 april 1942 wordt telefonisch brand gemeld door een “Duitse instantie “ Dam 6 te Middelburg. Dit bleek een beambte van “Der Beauftragte für die Provinz Zeeland” te zijn. Het brandadres was: Vlissingse weg Huis ter Boede te Koudekerke. Uitgerukt om 13.00 uur. Terug in kazerne 13.45 uur. Bij aankomst was de Duitse brandweer reeds aan het blussen. De Vlissingse brandweer die ook al ter plaatse was, heeft evenals de Middelburgse brandweer geen hulp verleend. De oorzaak van de brand was het ontbranden van de kurkisolatie van de expansieleiding van de centrale verwarming waarvan de kachel te heet was opgestookt.
De burgemeester van Koudekerke Dhr.Dregmans weigerde de rekening van Fl. 10,-. te betalen aangezien de hulp van de andere gemeentelijke brandweren noch door hem noch door zijn commandant was aangevraagd. Na veel discussie is de rekening uiteindelijk voldaan”
Bron: magirus
C.E.P. Lenshoek
Op 9 december 1941 meld de persdienst van de N.S.B. de Goese N.S.B.-er C.E.P. Lenshoek vanaf 15 december dat jaar als nieuwe burgemeester van de gemeente Goes wordt benoemd.
’s Gravenhage, 9 december 1941;
De heer C.E.P. lenshoek, die met ingang van 15 december a.s. tot den burgemeester van de gemeente Goes is benoemd, werd geboren op 10 maart 1892 te Goes, als telg uit een zeer oude en welbekende Zeeuwsche familie, hij bezocht de H.B.S. school te Goes en diende als reserve officier in het Nederlandsche leger. Hij is, onder stamboeknummer 82001, een van de meest actieve en openbare strijders van de N.S.B.
penningmeester van het district zeeland der N.S.B. zijnde, evenals plaatsvervanger van een districtleider , staat hij juist door zijn grote gaven van hoofd en hart, zijn kalme vastberaden natuur en zijn groot sociaal voelen, zeer hoog bij zijn kameraden aangeschreven het i s dan ook met groot vertrouwen dat de N.S.B. zijn toekomstige bestuurstaak als burgemeester tegemoet ziet. terloops zij nog vermeld, dat de heer lenshoek, evenals mevrouw lenshoek - van wageningen, reeds sedert drie jaar streekleider van den jeugdstorm, van 10 tot 17 mei 1940 in het fort Ellewoutsdijk geïnterneerd zijn geweest.
('s Gravenhage, 1941)
Bij de benoeming van C.E.P. Lenshoek werden er verschillende N.S.B. parades gehouden door en rond de stad. De Nationale Jeugdstorm stond aangetreden op de markt en op die dag werd het nieuwe Bankwartier aan de Singelstraat in Goes, in het voormalige weeshuis , geopend.
De Nationale Jeugdstorm
De jeugdorganisatie van de N.S.B., de Nationale jeugdstorm (N.J.S.), staat in Zeeland onder de strikte leiding van mevrouw Lenshoek- Van Wageningen. Onder haar leiding groeit deze organisatie uit tot 500 leden. Aan het einde van de oorlog is zij landelijke leidster van N.J.S.
Over haar beweegredenen om te kiezen voor de N.S.B. en de Nationale Jeugdstorm verklaard mevrouw Lenshoek na de oorlog.
in juni 1938 werd door mij in de provincie Zeeland de N.J.S. opgericht. Ik was toen al een paar maanden lid van de N.S.B. Mijn doel was door de N.J.S. meer eenheid in de jeugd te brengen. In de begin jaren van de N.J.S. werden de jeugdstormers onder mijn leiding afgericht in de tuin achter mijn woning aan de marktveld 19 in Kloetinge. Ik liet hen sport en spel beoefenen en ten einde een goede discipline te kweken gaf ik hen exercitie en samenzang.
Hoewel ik dus als lid van de N.S.B. was en aan mijn verplichtingen als werkend lid steeds heb voldaan, was mijn hoofddoel de N.J.S. op- en uitbouwen tot een grote jeugdbeweging, waarin voor de gehele Nederlandse jeugd plaats zou zijn en waarin de kinderen zouden worden opgevoed to gemeenschapsmensen en goede Nederlanders.
Ik heb bij de N.J.S. gedurende de Duitse bezetting de navolgende rangen bekleed; Kompane, Groepsleidster, Oppergroepsleidster, Ondervluchtleidster en tot slot Zwermleidster. Toen ik in Zeeland voor de N.J.S. werkzaam was bestond mijn taak, behalve uit het geven van leiding aan verschillende afdelingen, ook uit het inspecteren van verschillende afdelingen. In 1941 heb ik in Zandvoort een cursus gevolgd, welke bestond uit politieke scholing, samenzang, sport en ordeoefening en voor wij een eigen N.J.S. Kaderschool hadden, ben ik met een groep meisjes van mijn afdeling naar Geldern ( Duitsland ) gereisd, alwaar wij een cursus van de Bund Deutsches Mädel gevolgd hebben.
Bron: De oorlog in stukken
Hafen-Überwachungsstelle
De Hafen-Überwachungsstelle, was een dienst die alle kleine en grote havens in bedwang hield.
Als een schip een haven binnen wilde voeren of wou verlaten, moest dit eerst langs het kantoor van de havenmeester waar de Hafen-Überwachungsstelle was ingetrokken. Deze dienst had de taak alles in de haven goed en normaal te laten verlopen, binnenkomende goederen werden gecontroleerd en bij vals aangegeven goederen werd de Duitse autoriteit ingeschakeld.
Hafen-Überwachungsstelle van Zierikzee
In juli 1940 is er een foto reeks gemaakt van de Hafen-Überwachungsstelle aan de Vissersdijk in Zierikzee. De foto reeks hieronder komt van de fotograag R. ten Kate